top of page

Historie van de Volmolen

Oorsprong

De eerste vermelding van de Waalrese Volmolen staat in een oorkonde van 703. In dat jaar schonk Aengibald: ‘loco vel villa Waetrilo super fluvium Dutmala’ (‘villa Waalre’ aan de Dommel) aan Willibrord, de eerste evangelist in de Kempen. De Abdij van Echternach waar Willibrord bisschop werd is heel lang eigenaresse geweest van de watermolen. Volgens geschriften in de archieven van de abdij van Echternach, werd in 1347 de molen uitgebreid tot twee gebouwen met ieder een waterrad. Waarschijnlijk omdat de eigenaresse haar hoevenbezit fors zag groeien, was de uitbreiding van de watermolen dringend nodig. Immers zij gebruiken de molen als dwang- of banmolen. Dat hield in dat de boeren uit de omgeving, die meestal de boerenerven van de abdij pachten, verplicht waren hun graan bij een bepaalde molen te laten malen.


Volmolen

De molen aan de Waalrese kant was van oudsher een graanmolen. De kleinere molen op de Riethovense oever was een oliemolen. In 1792 werd de watermolen verkocht aan een laken-fabrikant uit Leiden, Pieter Vreede. Hij ging de molen gebruiken als volmolen. Het vollen is een nabewerking van wollen stof met aarde, urine en zeep waardoor de kwaliteit sterk verbeterd. Het zachte water van de Dommel was bij uitstek geschikt voor het volproces. De watermolen blijft tot 1876 in het bezit van de familie Vreede. In 1879 krijgen de watermolens hun oorspronkelijke functie van graan- en lijnoliemolen terug. In 1912 wordt de lijnoliemolen afgebroken en de graanmolen door A van Gastel grondig opgeknapt en voorzien van een stenen fundament.


Verval en herbouw

Het gebruik van watermolens nam drastisch af. In mei 1940, tijdens de inval van de Duitsers, wordt de brug over de Dommel opgeblazen om de doortocht van de Duitsers te belemmeren. Hierbij loopt de watermolen grote schade op. In 1941 wordt de watermolen weer opgeknapt. Na de oorlog wordt er nauwelijks meer gebruik gemaakt van de watermolen en deze raakt sterk in verval. In 1962 stort de watermolen bij een najaarsstorm in. In 1968 koopt Ad van Empel de ruïne en ontman-telt de restanten van de watermolen. Na het verkrijgen van de benodigde vergunningen in 1992 start hij met de herbouw van de watermolens. Nadat de Volmolen driemaal in brand gestaan heeft als gevolg van brandstichting verkoopt hij de molen. In dec 1998 koopt het echtpaar Hermans – van de Sande de restantanten en bouwt de Volmolen definitief op.


De Dommel en haar watermolens

Samen met Limburg en Zeeland maakt Noord-Brabant deel uit van de overgangszone tussen de relatief hoog oprijzende gebieden van de Ardennen, het leisteenplateau in het zuidoosten en het dalende Noordzee-bekken in het noordwesten. Het Dommeldal ligt in de Centrale Slenk een van de belangrijkste eenheden van de overgangszone.

De Dommel ontspringt in België ten zuiden van Peer op een hoogte van 65 m+ N.A.P. Bij Den Bosch stroomt ze via de Dieze in de Maas. Het peil in de Dieze is 3 m+ N.A.P. en door dit hoogteverschil konden watermolens worden aangedreven. In hoogtijdagen dreef de Dommel twintig watermolens aan. Een watermolen leverde een voor vroegere tijden relatief hoog vermogen van ongeveer 4 KWh, vergelijkbaar met de capaciteit van twintig mensen continu aan het werk.


bottom of page